Als op 1 januari de taak en de kosten voor het onderhoud aan schoolgebouwen worden overgeheveld van de gemeenten naar de scholen, dreigt voor veel scholen een structureel tekort. Dat is een belangrijke conclusie uit het Benchmarkonderzoek ‘Onderhoudslasten in het primair onderwijs’ dat Kenniscentrum ICSadviseurs het afgelopen jaar heeft uitgevoerd onder 215 basisscholen. Schoolbesturen zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor het totale onderhoud en aanpassingen aan hun schoolgebouwen. Voor het merendeel van de schoolbesturen geldt dat zij structureel te weinig vergoeding zullen ontvangen voor de uitvoering van het reguliere onderhoud. Het onderzoek laat de knelpunten zien.
De aanstaande overheveling van de verantwoordelijkheid voor het zogenaamde buitenonderhoud en aanpassingen in het primair onderwijs komt landelijk op een spannend moment. De kwaliteit van veel schoolgebouwen laat te wensen over, er is sprake van krimp en leegstand en er vindt een aanzienlijke verschuiving plaats binnen de budgetten van gemeenten en schoolbesturen. Het onderhoud aan schoolgebouwen komt daarmee onder druk te staan. Aan de hand van meerjarenonderhoudsplannen is onderzocht wat de invloed is van het bouwjaar en de omvang van een schoolgebouw op de hoogte van onderhoudslasten in de komende tien jaar. De resultaten laten een somber beeld zien. De gemiddelde onderhoudslasten van een schoolgebouw bedragen € 34,- per meter BVO (werkelijke capaciteit). Het is echter de verwachting dat de vergoeding volgend jaar circa € 28,- per meter BVO (genormeerde capaciteit) bedraagt. Een gemiddelde school uit de benchmark komt zo’n €10.000,- per jaar tekort om het reguliere onderhoud uit te voeren. Er is echter veel verschil tussen schoolgebouwen; zo is een klein schoolgebouw (< 1.000 m. BVO) twee keer zo duur in onderhoud dan een groot schoolgebouw (> 2.000 m. BVO). Verder is gebleken dat schoolgebouwen uit de periodes ‘1946-1965’en ‘1966-1985’ eveneens twee keer zo duur zijn in onderhoud dan schoolgebouwen uit ‘2001 en jonger’. De conclusie is dat de hoogte van de onderhoudsvergoeding niet is meegegroeid met de toegenomen landelijke eisen ten aanzien van kwaliteit, duurzaamheid en veiligheid. Daarnaast komt een groot deel van de schoolgebouwen aan het einde van zijn levensduur. De verantwoordelijkheid daarvoor is met de overheveling niet opgelost. Gemeenten en schoolbesturen blijven gezamenlijk voor een aanzienlijke opgave staan.