Je drinkt water uit een drinkglas en kijkt door vensterglas naar buiten. Glas is een alledaags materiaal dat al eeuwenlang gebruikt wordt. Toch heeft het ook een mysterieuze kant. ‘Glas bevat een van de grootste onopgeloste problemen uit de natuurkunde’, zegt theoretisch natuurkundige Liesbeth Janssen van de Technische Universiteit Eindhoven op NRC.nl. Het ziet eruit en voelt als een stevige, harde stof. Maar als je inzoomt en naar de structuur kijkt van de atomen en moleculen, dan zie je geen geordende kristalstructuur zoals bij andere vaste stoffen, maar een rommelige, wanordelijke structuur. ‘Het is alsof je naar een vloeistof kijkt. Een goede glastheorie voorspelt hoe vloeistof verandert in glas.’
Janssen is op zoek naar een allesverklarende theorie over glas. Dat doet ze met behulp van Newtons wetten. Lees het hele interview van Dorine Schenk met Janssen op NRC.nl.